Leo Horn en het WK 74 – Leo Horn

Korte inhoud

Veertig jaar geleden deed het Nederlands elftal de wereld versteld staan en genieten van ‘totaalvoetbal’. Het frappante was dat er voorafgaand aan en tijdens het toernooi net zo veel gekrakeel over de begeleiding, de spelers en al het gedoe eromheen was als nu het geval is. Alleen wordt dat tegenwoordig, door de enorme media-aandacht, nog verder uitvergroot. Na het toernooi werd oud-scheidsrechter en zeer actief en eigenwijs columnist Leo Horn gevraagd zijn gedachten over het WK 1974 op papier te zetten. Dat deed hij in dit boek.

Zoals de ondertitel “Gele kaarten en rode kaarten, vrije trappen en strafschoppen voor spelers en officials” al aangeeft, was Horn slecht te spreken over de “bobo’s” (al had die term toen nog geen ingang gevonden) van de KNVB, die er alleen maar zaten om zichzelf machtig te voelen. De enige die hij mocht, was Jacques Hogewoning. De rest waren amateurs, net als degenen die werden aangesteld om de marketing in goede banen te leiden. Ook de benoeming van Carel Akemann tot team-manager kon zijn goedkeuring niet wegdragen. Er was slechts één persoon geschikt om deze functie te bekleden (wat o.a. communicatie met de FIFA en de arbitrage inhield) en dat was…. Leo Horn. Dit zegt wel wat over de eigendunk van Horn, die er nooit geheim van maakte dat hij de wijsheid in pacht had en anderen niet.

Wel kon hij de benoeming van Rinus Michels tot bondscoach waarderen, want ook Fadhronc, die Oranje met hangen en wurgen door de kwalificatie had geleid (Nederland ging op doelsaldo naar Duitsland), deed in Horns ogen weinig goed. Voor de spelers kreeg hij gaandeweg het toernooi steeds meer waardering, ondanks de vele botsingen met de leiding en de staf.

Hoe zit het dan met de arbitrage? De Nederlandse inbreng, Arie van Gemert, vond hij tegenvallen. Liever had hij Charles Corver of Leo van der Kroft gezien. Ook de rest van het keurkorps van Stanley Rous en Ken Aston (over beiden had hij weinig vleiende woorden gebezigd, ook in eerder jaren) kon, op een enkele uitzondering na, niet zijn goedkeuring wegdragen. Horn was vooral niet te spreken over de inbreng van ‘exotische’ scheidsrechters, die in zijn ogen te weinig ervaring hadden om op Europees niveau te kunnen fluiten. Daar had hij natuurlijk wel een punt. Dit is ook later door de FIFA opgepakt.

Jack Taylor, de scheidsrechter die de finale floot, was wel een goeie in Horns ogen.

 

Waarde voor de scheidsrechter

Laag.

Het verhaal is natuurlijk gedateerd, maar voor degenen die dit memorabele WK hebben meegemaakt, is het aardig leesvoer. Je leest het relaas van een – zeer eigenzinnig – man, die het door zijn eigen – nogmaals zeer eigenzinnige – bril beschouwt. Instructieve waarde heeft het boek niet, maar wel geeft het een aardig inkijkje in de scheidsrechterswereld van die tijd. De macht lag in handen van slechts een paar personen, die ook nog sterk aan politiek deden. Dat laatste is sindsdien niet heel erg veranderd, maar de scheidsrechtersorganisatie is wel een stuk verbeterd.

Horn Wembley 1953 England Hungary

Leo Horn voor de aftrap van de legendarische wedstrijd Engeland-Hongarije (1953)

Slotoordeel

Als scheidsrechter kun je niets van dit boek leren, tenminste niet in praktische zin. Historici hebben er iets meer aan, al draagt het boek geen grote contributie bij aan de wereldliteratuur. Leuk om te lezen hoe het voetbal- en scheidsrechterswereldje 40 jaar  geleden werd gerund, maar meer ook niet.

Titel Leo Horn en het WK 1974
Auteur Leo Horn
Jaar 1974
Bladzijden 128
Uitgever De Gooise Uitgeverij
2.5 / 5     

Geef een reactie