Refereeing round the World – Arthur Ellis

Korte inhoud

Een typische biografie uit de jaren vijftig van de vorige eeuw: korte hoofdstukken waarin de schrijver (bijgestaan door de uit die tijd bekende sportverslaggever Kenneth Wolstenholme) terugblikt op de hoogte- en dieptepunten uit zijn loopbaan. Heel uitgebreid wordt het relaas dus niet, maar het bevordert wel de leesbaarheid van het boekje (slechts 195 blz.). Immers, de boeken in deze serie waren bedoeld voor mensen die niet vaak lazen, maar toch graag een leuk boek op de plank hadden staan.

Arthur Ellis was tijdens zijn actieve carrière al een gezien figuur in Engeland, maar is daarna zo mogelijk nog bekender geworden dankzij zijn rol als ‘arbiter’ in het destijds razend populaire tv-programma Spel zonder grenzen (de Engelse versie wel te verstaan). Daarover gaat dit boek echter niet.

Ellis begint zijn verhaal met een relaas van zijn ervaringen rondom het fluiten van de FA Cup Final, die hij in 1952 floot als – toen – jongste scheidsrechter ooit (hij was 37). Hij vertelt hoe hij het hoorde, hoe hij zich voorbereidde en hoe hij de wedstrijd ervaarde. Daarna gaat hij terug naar het begin van zijn loopbaan. Het meest verbazende waren de hoofdstukken over zijn wederwaardigheden in de Tweede Wereldoorlog. Ellis was net op de weg omhoog als scheidsrechter, toen die oorlog uitbrak. En zoals zo velen, werd hij ook ingezet ten behoeve van de oorlogsmachine. Maar van zijn superieuren kreeg hij alle gelegenheid om wedstrijden – voornamelijk tussen de verschillende legeronderdelen – te blijven fluiten, waar hij ook was gestationeerd. De problemen die hij ondervond met reizen en accommodatie is iets wat we ons nu niet meer kunnen voorstellen en juist daarom zo interessant om te lezen.

In andere hoofdstukken vertelt Ellis over de bekende en minder bekende voetballers, trainers en bestuurders die hij tijdens zijn carrière heeft ontmoet, binnen en buiten het veld. Speciale vermelding verdienen de hoofdstukken over zijn ervaringen bij de Wereldkampioenschappen van 1950 (hij vlagde bij de finale tussen Uruguay en Brazilië) en 1954 en de Olympische Spelen van 1952 in Helsinki, alsmede de hoofdstukken over zijn ervaringen als scheidsrechter in Zuid-Amerika.

Arthur Ellis

Waarde voor de scheidsrechter

Het kon erger. Ellis spreekt veel over de omgang met spelers, die hij indeelt in drie categorieën: zij die een straffe aanpak nodig hebben, zij die aan een enkel woord genoeg hebben, en zij die met humor kunnen worden aangepakt.

Een andere opmerking die hij plaatst, is dat hij bij bepaalde clubs nooit een fijne wedstrijd heeft. Dat kan kloppen; zelf heb ik dat ook en ik neem aan andere scheidsrechters eveneens. Heel grappig om te lezen is dat Ellis – of eigenlijk zijn vrouw – verantwoordelijk was voor de mode dat scheidsrechters witte omslagen om kousen en mouwen hadden. Dit was tot diep in de jaren 70 van de vorige eeuw in zwang. Ellis’ vrouw kon hem moeilijk zien op slecht verlichte of duistere velden en heeft toen de armen van zijn ondershirts verlengd, zodat die om zijn mouwen konden worden geslagen. De sokken kregen ook een omslag. Nu kon ze hem zien vanaf de tribune.

Een tijdje na de oorlog werden de sportieve betrekkingen met de Sovjet-Unie weer opgepakt. Daar ging wel moeizaam overleg aan vooraf, ook over de hanteren scheidsrechtersmethode. De Russen liepen niet volgens het diagonale systeem, maar als volgt: de twee assistenten (toen nog grensrechters geheten) lopen aan één lange zijde van het veld en nemen ieder een helft voor hun rekening. De scheidsrechter loopt aan de andere kant en overziet aan die kant het hele veld. De Russen beweerden dat door dit systeem de arbiter minder snel vermoeid raakte, de spelers niet in de weg liep en een goed overzicht had over buitenspel en andere zaken. Bovendien keken de officials elkaar steeds in het gezicht, dus was er geen kans een signaal te missen. En, als klap op de vuurpijl, door de juiste zijde te kiezen, kon de scheidsrechter niet verblind worden door de zon, noch kan er iets achter zijn rug gebeuren.

Ellis probeerde het systeem uit, maar het kon hem niet bekoren. Dit waren zijn bezwaren:

– bij slecht zicht (bijv. mist) was het nog steeds mogelijk de official(s) aan de andere kant van het veld niet te zien;

– bij ongeregeldheden op het veld ben je als scheidsrechter te ver van de situatie. Dat komt je gezag niet ten goede;

– je bent geen onderdeel van het spel meer, omdat je niet kunt horen wat er wordt gezegd. Zo kun je onderhuidse spanningen in het veld missen;

– je moet wel heel erg op de beslissingen van je assistenten kunnen vertrouwen. Overigens, ook de spelers moeten die beslissingen accepteren. In feite is dit een systeem met drie scheidsrechters.

Leuk voor de beginnende scheidsrechter is het hoofdstuk waarin Ellis uitlegt dat scheidsrechteren geen sinecure is. De opleiding, de lange weg naar de top (nu hoeft dat niet meer zo te zijn), het lastige reizen (nu ook beter), slechte accommodaties en ontvangst en vooral de eenzaamheid. Maar hij heeft tips voor hen die nog willen beginnen:

  1. Begin jong en raak niet snel ontmoedigd
  2. Ga niet te snel omhoog en pak bij elke promotie je leermomenten
  3. Vergeet niet dat het net zo belangrijk is de spelregels te kunnen toepassen als ze te kennen!
  4. Je promoveert op je verdiensten als scheidsrechter, niet als assistent (niet zozeer van toepassing op de Nederlandse situatie)
  5. Weiger nooit een aanstelling. Zelfs de minste wedstrijd laat zien dat je van het spel houdt en draagt bij aan je ervaring
  6. Sluit je aan bij een scheidsrechtersvereniging
  7. Laat zien dat je er staat als je het veld oploopt. Je moet wel uitstralen dat je de baas bent
  8. Gedraag je echter niet autoritair of pedant of theatraal. Een goede scheidsrechter doet rustig zijn werk en houdt de wedstrijd onder controle zonder op te vallen
  9. Je fluit is geen concertinstrument. De mensen komen voor een voetbalwedstrijd, niet voor een scheidsrechter die veel fluit
  10. Probeer nooit een speler voor gek te zetten
  11. Zorg dat je goed in het pak steekt en dat je fit blijft
  12. Breek nooit je woord – als je ergens mee dreigt, doe het dan ook
  13. Zorg dat je een reservefluit en -pen bij je draagt en zo mogelijk ook een reservehorloge
  14. Onthoud dat je van elke wedstrijd kunt leren
  15. Nooit, nooit, nooit bij de pakken neerzitten

En aan toeschouwers, bestuurders en spelers gaf Ellis het volgende mee: Denk nou niet dat het een sinecure is om scheidsrechter te zijn. Het duurt lang om aan de top te komen en de meesten halen dat niet eens, want de weg ernaartoe voert over doornen. En die doornen bestaan veelal uit ongefundeerde kritiek.

Dit advies geldt eigenlijk nog steeds. Het is het meest waardevolle stukje tekst uit dit verder nooit saaie boekje, vandaar dat ik het de lezer wilde meegeven. Wie het boek zelf wil lezen, zou niet al te veel moeite moeten hebben nog een exemplaar op te duikelen.

Slotoordeel

Een heel prettig lezend werkje van een positief ingestelde man, die ook nog eens goede tips voor beginnende scheidsrechters heeft.

Titel Refereeing round the World
Auteur Arthur Ellis (m.m.v. Kenneth Wolstenholme)
Jaar van verschijnen 1956
Uitgever The Sportsman Book Club
Bladzijden 195
4 / 5     

Reacties

Geef een reactie